Confédération générale des Scop: naar een democratischer en doeltreffender bestuur dat op een meer paritaire leest is geschoeid

De CG Scop, Confédération générale des Scop is de woordvoerder van 67.000 werknemers van coöperatieve en participatieve vennootschappen (Scop) en van coöperatieve vennootschappen van collectief belang (Scic) ten overstaan van de overheid en de politieke, economische en sociale actoren.

Ze leidt en coördineert de actie van de organen van het netwerk, namelijk 9 regionale vakbonden en 4 beroepsfederaties (bouw, industrie, communicatie en CAE). Het netwerk biedt een volledig gamma van diensten aan voor Scop- en Scic-leden en projectdragers: onthaal en gepersonaliseerde opvolging, juridische bijstand, specifieke financieringsoplossingen voor de oprichting en ontwikkeling van ondernemingen, opleidingen, uitwisselingen, professionals enzovoort.

Bij de leden een doel van democratisch, paritair en efficiënt bestuur bevorderen

“Het coöperatieve model is bevorderlijk voor de toegang van vrouwen tot de directie van een onderneming. Terwijl 28% van de leidinggevenden van coöperatieve vennootschappen vrouwen zijn, doen coöperaties die het resultaat zijn van de omvorming van verenigingen het nog beter met 35% vrouwelijke directeuren.

Vrouwelijke leidinggevenden van coöperatieve vennootschappen zijn aanwezig in alle bedrijfssectoren. De sector onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijk werk komt op de eerste plaats (44% van de leidinggevenden zijn vrouwen), gevolgd door de handel (38%) en de dienstensector (31%).

Op te merken valt dat coöperatieve en participatieve vennootschappen (Scops) jonge vrouwen ertoe aanzetten om leidinggevende functies te bekleden. Een derde van de vrouwelijke leidinggevenden is immers jonger dan 40 jaar tegenover een kwart van de mannelijke leidinggevenden.

Kenmerkend voor het bestuur van een coöperatieve vennootschap is dat het beheer vaak wordt gedeeld tussen meerdere personen. Op basis van deze vaststelling blijkt uit de analyse per onderneming dat 32% van de coöperatieve ondernemingen ten minste één vrouwelijke (mede)bestuurder heeft.

In een context waarin het beginsel van gelijkheid voor vrouwen en mannen volledig centraal staat in de debatten, heeft de sociale en solidaire economie onlangs haar betrokkenheid ten aanzien van deze uitdaging versterkt met de aanname, op 7 februari 2017, van het eerste verslag over de gelijkheid van vrouwen en mannen in de sociale en solidaire economie, waarin de wet voorziet, met een bijbehorend actieplan.

In 2017 heeft de Conseil supérieur de l’économie sociale et solidaire (Franse hoge raad voor sociale en solidaire economie), waarvan de CG Scop lid is, een gids met goede praktijken voor sociale en solidaire ondernemingen en een verslag over gendergelijkheid aangenomen.

Samen met de grote netwerken van sociale en solidaire ondernemingen toont de CG Scop zich bijzonder ambitieus en verbindt ze zich ertoe om tegen maart 2022 pariteit te bereiken in de bestuursorganen van sociale en solidaire ondernemingen. De confederatie verbindt zich ertoe om ook haar leden ertoe te bewegen dit doel na te streven. De huidige statutaire ontwikkelingen van de confederatie zijn hiervan het bewijs.”

Pariteit invoeren in de nationale en regionale instanties

“Om de lijnen van onze instanties in beweging te brengen en te komen tot een democratischer en moderner bestuur dat in grotere mate op pariteit is gebaseerd, heeft de nationale directie tijdens haar vergadering van 30 januari 2021 drie maatregelen goedgekeurd. Met de eerste maatregel heeft de nationale directie beslist dat er voortaan volledige pariteit tussen vrouwen en mannen moet zijn in de nationale instanties, het bureau en de nationale directie. Op regionaal niveau moeten de raden van bestuur van de regionale unies voortaan voor ten minste 40% uit vrouwen bestaan.”

De instanties vernieuwen dankzij de pariteit

“Terwijl de nationale directie van de Scops momenteel drie vertegenwoordigers (m/v) per regionale unie telt, bepaalt de tweede aangenomen maatregel dat de nationale directie vanaf de volgende zittingsperiode wordt uitgebreid tot vier vertegenwoordigers (m/v) per regionale unie, onder wie twee vrouwen en twee mannen. Op die manier bereiken we een perfecte pariteit. Ter aanvulling daarvan bepaalt de derde maatregel dat de mandaten van voorzit(s)ter van de confederatie, van voorzit(s)ters van de regionale unies en van voorzit(s)ters van de federaties beperkt zullen worden tot twee mandaten van 4 jaar. Op die manier kan het bestand van verkozenen worden uitgebreid, zodat mandaten beter kunnen worden vernieuwd en de pariteit wordt bevorderd.”